Onderzoek legt zwakke punten Noordelijk Deltaplan bloot
5 april 2022
Onderzoek legt zwakke punten Noordelijk Deltaplan bloot
Debat nodig over ‘bouwen voor de Randstad’
Het voorstel van de noordelijke provincies en Flevoland om 220.000 extra woningen voor de Randstad te bouwen, in ruil voor de aanleg van de Lelylijn, de spoorverbinding Emmen-Groningen en de verbetering van bestaand spoor, rammelt aan vele kanten. Dit blijkt uit de gezamenlijk analyse die betrokken overheden begin maart hebben gepresenteerd. De 220.000 woningen zullen niet alleen worden gebouwd voor de inwoners van deze provincies zelf, maar zullen ook worden gebruikt om de vraag vanuit de Randstad op te vangen. De Natuur en Milieufederatie Drenthe plaatst grote vraagtekens bij de gekozen insteek. Daarom roepen we Noord-Nederland op te werken aan een Deltaplan dat uitgaat van kwaliteiten en kansen van Noord-Nederland zelf.
Vorig jaar presenteerden de noordelijke provincies samen met Flevoland de bouwstenen voor een Deltaplan voor Noord-Nederland. De kern van dit plan? Het Rijk moet flink in de buidel tasten voor investeringen in spoorverbindingen naar Noord-Nederland en in ruil daarvoor zal Noord-Nederland 220.000 extra woningen bouwen. Dat betekent dat er in Drenthe maar liefst vier keer (!) meer huizen moeten worden gebouwd dan oorspronkelijk de gedachte was. Het idee is dat de provincies zo de vraag van woningen uit de Randstad kan opvangen. Daarmee zou het Noorden meer kunnen aansluiten bij de economie en welvaart in de rest van Nederland, zo luidt de redenatie.
Analyse legt zwakke punten bloot
Vervolgens hebben het Rijk, de provincies en de grote gemeenten een gezamenlijke analyse laten uitvoeren naar de aannames en mogelijke effecten van dit plan. De resultaten daarvan zijn begin maart gepresenteerd. Het lijvige rapport dat daarover is opgesteld legt de zwakke punten van het noordelijke ‘bod’ bloot.
Het meest pregnante punt raakt de kern van het noordelijk bod. In het bod wordt ervan uit gegaan dat de aanleg van extra spoor en betere verbindingen tussen het Noorden en de Randstad zal leiden tot de bouw van 220.000 extra woningen. Deze aanname blijkt boterzacht. De verhuisbereidheid vanuit de Randstad is namelijk een stuk lager dan gedacht. De onderzoekers komen uit op hooguit 25.000 à 90.000 woningen.
Hoeveel woningen er precies in welke provincies moeten komen, laten de onderzoekers in het midden. Duidelijk is wel dat het merendeel van de woningen in Flevoland zal worden gebouwd. Daarna zijn vooral de grotere spoorkernen in Groningen en Friesland in trek.
Effect pas na 2035
Daaropvolgend signaleren de onderzoekers dat deze effecten zich pas voordoen nadat de nieuwe spoorverbindingen zijn aangelegd, oftewel na 2035. Pas wanneer de spoorverbindingen zijn aangelegd, zal de bouw van deze extra woningen nodig zijn. Maar: in 2035 zullen de landelijke tekorten op de woningmarkt grotendeels al opgelost (moeten) zijn. Uit het rapport blijkt dat het tekort aan woningen dan al grotendeels ingelopen is. In de Drentse en Groninger Veenkoloniën kan dit uiteindelijk zelfs zorgen voor een overschot aan woningen, met eventuele leegstandeffecten.
Kosten-baten analyse onvoldoende
Daarnaast gaan de onderzoekers in op de kosten-batenanalyse. Het rapport laat zien dat de Lelylijn mogelijk twee keer zoveel kan gaan kosten (10 miljard euro) dan door het Noorden werd gepresenteerd (5 miljard euro). Daarnaast zullen verbeteringen van het bestaande spoor (Groningen/Leeuwarden Zwolle; de Hanzelijn naar 160 a 200 km per uur) ook een paar miljard gaan kosten.
In euro’s scoort de kosten-batenanalyse van het plan een ruime onvoldoende. Een uitzondering is de Saksenlijn, deze kosten (1 miljard) zijn beter geraamd en lijkt er nog redelijk positief uit te springen. Máár dan wel met de aanname dat de beoogde extra woningen worden gerealiseerd. En nogmaals: die woningen zijn pas nodig in 2035, nádat de spoorwegen zijn gebouwd en verbeterd. En dat is dus te laat.
Effectenanalyse welvaartsindicatoren
Het rapport doet ook in bredere zin een poging tot een effectenanalyse op grond van brede welvaartsindicatoren. Dat is op zich een goede zaak, maar alleen wanneer deze analyse door de lezers te volgen is. Als lezer raken wij hier in ieder geval de weg kwijt. In de effectenanalyse gaan de onderzoekers namelijk uit van 220.000 nieuwe woningen, terwijl ze eerder in het rapport al constateerden dat er hooguit 90.000 woningen zullen komen. Deze analyse was alleen waardevol geweest wanneer de onderzoekers de effectenanalyse hadden gebaseerd op de meer realistische inschatting van 25.000 tot 90.000 nieuwe woningen.
Niet klimaatneutraal
Maar negatieve effecten zijn er ook. Meer woningen zullen niet alleen zorgen voor meer treinreizigers, maar ook voor meer autoreizigers. Het plan zal dus zorgen voor meer autoverkeer en drukkere wegen in het Noorden en is dus bepaald niet klimaatneutraal.
Ten koste van groene ruimte
Verder opvallend: de betrokken bestuurders willen de nieuwe woningen niet concentreren in de spoorkernen, maar willen deze juist verspreiden in een breder gebied. Dit zal ten koste gaan van de groene ruimte in deze provincies. Naar schatting zal driekwart van de woningen worden gebouwd op nieuwe locaties, dus in het buitengebied. Daarnaast zullen de nieuwe spoorverbindingen ook ten koste gaan van het groen in het Noorden. Het spoor zal naar schatting ongeveer 500 hectare groene ruimte innemen en de woningbouw 4.700 à 6.900 hectare.
Hoe dan verder?
Zijn we met dit plan dan wel op de goede weg? Dat laten de onderzoekers in het midden. Deze bal ligt nu bij de bestuurders en de politiek.
In ieder geval is er een groot gat tussen het gereserveerde bedrag in het nieuwe regeerakkoord (3 miljard) en de financiering die nodig is voor de noordelijke wensen (13 miljard). Hier zal dus over gesproken moeten worden.
Daarnaast vinden wij dat het rapport de noordelijke bestuurders alle aanleiding geeft voor een grondige herziening van hun plannen. De nu gepresenteerde bouwstenen voor een deltaplan leunen teveel op de combinatie van extra spoor en woningen en scoren op veel punten een dikke onvoldoende.
Onze visie
Wij pleiten voor de opstelling van een Deltaplan dat veel meer uitgaat van de kracht van Noord-Nederland. We moeten niet meer willen lijken op de Randstad, maar ons juist onderscheiden. De energietransitie, de verduurzaming van landbouw, waterveiligheid en -voorraad en investeringen in gezondheid en recreatie: dat zijn juist de unieke kwaliteiten van Noord-Nederland. Versnelling van woningbouw om het woningtekort te verkleinen en de verduurzaming van bestaande spoorverbindingen kunnen hier ook onderdeel van uit maken. Maar alleen wanneer we de kwaliteiten en kansen van de noordelijke provincies niet uit het oog verliezen. De komende periode zullen wij ons hier samen met andere natuur en milieuorganisaties voor inzetten.
Praat mee!
Wil je meepraten over hoe de grote vraag naar woningen in de drie noordelijke provincies vorm moet krijgen? Kom dan naar het debat ‘Slag om de Noorderruimte: woningbouw in Noord-Nederland’ op donderdagavond 21 april. Belangrijke sprekers als Wouter Veldhuis (Rijksadviseur voor de Fysieke Leefomgeving), Reimar von Meding (Algemeen Directeur van KAW Architecten) en gedeputeerde Hans Kuipers (Provincie Drenthe) debatteren met ons mee. Aanmelden is gratis en vol is vol! Klik hier voor meer informatie.