Stikstof in de Drentse natuur: hoe erg is het?

19 juni 2019

Stikstof in de Drentse natuur: hoe erg is het?

In Nederland is veel stikstof en dat zorgt voor problemen in de natuur. Auto’s en boerderijen stoten stikstof uit dat verderop neerdaalt op natuurgebieden, met alle gevolgen van dien. Ook de Drentse natuur heeft daar last van. Gelukkig zijn er herstelmaatregelen.

Wie geen kenner is en naar een heideveld kijkt, ziet op het eerste gezicht misschien niets verontrustends. Maar wie beter kijkt, ziet wel degelijk dat er iets veranderd is. Zo kleurt de hei in Drenthe bijvoorbeeld de laatste jaren stukken minder paars. Kortgezegd: De Drentse hei vergrast. Heideplanten maken plaats voor gele, droge grashelmen van het pijpenstrootje. Hoe dit komt? Een overdaad aan stikstof is de boosdoener, veroorzaakt door de landbouw, het verkeer en de industrie. Hoe het er voorstaat in Drenthe? In bijna alle Drentse Natura 2000-gebieden wordt de kritische depositiewaarde voor stikstof nog steeds flink overschreden. De gemiddelde stikstofdepositie (stikstof dat neerslaat in natuurgebieden) is gelukkig wel lager dan in Nederland als geheel. Met de juiste maatregelen biedt dat ook de kansen voor herstel.

Stikstof verrijkt (en dat willen we niet)

Even ter uitleg: waarom is stikstof een probleem voor de natuur? Antwoord: het verrijkt de bodem. En dat is precies wat we níet willen. Want zeldzame planten doen het juist goed op voedselarme grond en die zijn absoluut niet gebaat bij meer voeding. Daar komt bij dat ze moeten concurreren met planten die het wel goed doen bij een verrijkte bodem. Op deze manier verdringen brandnetels zeldzame orchideeën. En daarmee verdwijnen ook dieren en insecten die op die orchideeën leven. Kortom, de biodiversiteit daalt.

Kwetsbaarheid?

Drenthe heeft nogal wat voedselarme zandgronden en juist op die plekken zijn de gevolgen van stikstof goed te merken. Heides worden geler, vennetjes groeien dicht met berkjes. Hierdoor verdwijnen zeldzame soorten. En in de natuur betekent weg ook echt weg. Terwijl hier in Drenthe juist soorten voorkomen die elders in Nederland al niet meer leven.

Weg=pech

Zo staat het gentiaanblauwtje op de Rode Lijst. Deze vlinder leeft – de naam zegt het al – op de gentiaan. Als de gentiaan verdwijnt als gevolg van stikstof, verdwijnt daarmee dus ook het gentiaanblauwtje. Drenthe is één van de laatste gebieden in Nederland waar dit mooie vlindertje voorkomt. Een andere vlinder, de veenbesparelmoervlinder, komt zelfs alleen nog maar in Drenthe voor. We willen er liever niet aan denken, maar de realiteit is wel: als de veenbesparelmoervlinder uit Drenthe verdwijnt, is het diertje weg uit Nederland. Daarom moeten we echt zuinig zijn op de natuur die we hebben en haar koesteren.

Minidraakjes in problemen

Ook de levendbarende hagedis verdwijnt langzaam. Deze soort komt op verschillende plekken voor in Drenthe, bijvoorbeeld op het Dwingelderveld, het Bargerveen en Fochteloërveen. Onderzoekers van het RAVON hebben de afgelopen tijd onderzocht wat de oorzaak van het verdwijnen is. Eén van de dingen die de onderzoekers vonden, is dat na tientallen jaren van verzuring door stikstof, weinig kalk in de heidebodem zit. Daardoor komen insecten, de prooien van deze minidraakjes, in de problemen. En daarmee de hagedis dus ook.

Werken aan oplossingen

Het probleem van teveel stikstof in de natuur is breed onderkend en er zijn gelukkig ook al diverse programma’s en maatregelen in gang gezet voor verbetering van deze situatie. Het grote punt daarbij is wel dat, ondanks de bescherm- en herstelmaatregelen, de stikstofbelangstelling onvoldoende daalt. Als we dat niet veranderen, blijft het te veel dweilen met de kraan open.
Voor het behoud van kwetsbare Drentse natuur zullen we dus met sectoren werk moeten maken van beleid dat stikstofbelasting aanpakt. De mogelijkheden zijn er en bieden ook voor de economie nieuwe kansen.